Voor wat betreft gemeentelijk te ontwikkelen beleid met betrekking tot dorpshuizen, is er door de Rode Koffietafel best wel een rode lijn te formuleren:
1 Kernpunt van het beleid van West Betuwe is: elke kern zijn eigen identiteit. Overgenomen vanuit het Bidbook. Ook in het collegebeleid is gezegd dat de uitvoering van het Bidbook kern is van het beleid.
2 Algemeen is het gevoelen, dat een dorpshuis een cruciale factor is voor de saamhorigheid en identiteit van de kern. Iedere kern zijn dorpshuis!
3 Onderdeel van de identiteit van elke kern is, dat de manier waarop een dorpshuis is georganiseerd (eigendom, exploitatie, vrijwilligers, aanwezigheid van concurrentie, voorzieningen zoals gymzaal, bibliotheek, zaal voor feesten, bezettingsgraad) per dorp verschilt. Dat is historisch zo gegroeid zoals dat past bij die kern.
4 Hierbij past geen harmonisatie zelfs niet in de APV. De omstandigheden verschillen immers. Maak een dorpshuisbeleid op maat van elke afzonderlijke kern.
5 Maak daarvoor desnoods wel een checklist, zodat voor elk apart dorpshuis dezelfde vragen zijn beantwoord. (eigendom, pachter, onderhoudssituatie, voorzieningen, concurrentie in de kern, andere verenigingen met een eigen gebouw, etc.)
6 Dat betekent dus dat er ook een verschillend budget naar verschillende dorpshuizen kan gaan.
7 Maak ook geen koepelorganisatie voor alle dorpshuizen, dat verknoeit het verantwoordelijkheidsgevoel van de inwoners voor hun eigen dorpshuis.